De Europese Commissie heeft voorgesteld om het verbod op de verkoop van nieuwe auto’s die CO2 uitstoten, dat was vastgesteld voor 2035, op te heffen als onderdeel van een pakket maatregelen om de auto-industrie te ontlasten in het licht van de dalende vraag naar elektrische auto’s, de toenemende concurrentie uit China en de invoerrechten van de Verenigde Staten.
De Europese Commissie heeft dinsdag (16 december 2025) voorgesteld om flexibiliteit in te voeren in de emissiedoelstellingen, zodat in 2035 tot 10 % van de CO2-uitstoot van het totale nieuwe wagenpark van elke fabrikant kan worden gecompenseerd door eerdere reducties in de waardeketen.
Om van deze flexibiliteit gebruik te kunnen maken, moeten fabrikanten “credits” kopen, die ze krijgen door het gebruik van in Europa geproduceerd koolstofarm staal en het gebruik van biobrandstoffen en synthetische brandstoffen (e-brandstoffen). Brussel is er ook voorstander van dat plug-in hybrides en elektrische voertuigen met een verbrandingsmotor als generator vanaf 2035 op de markt mogen blijven.
“We bevestigen duidelijk het principe van technologieneutraliteit. We vertrouwen erop dat de industrie de meest geschikte oplossingen voor decarbonisatie zal voorstellen”, zei Stéphane Séjourné, vicevoorzitter van de Europese Commissie en verantwoordelijk voor Industrie, tijdens een persconferentie.
De correctie, die nog moet worden onderhandeld door het Europees Parlement en de lidstaten (de Raad van de EU), komt tegemoet aan de eisen van de auto-industrie en de wensen van landen als Duitsland en Italië, maar wijkt af van het standpunt van Spanje, dat pleit voor handhaving van het veto in 2035.
De aanpassing komt een jaar nadat Brussel de fabrikanten uitstel tot 2027 heeft verleend om aan hun voor 2025 geplande emissiereductieverplichtingen te voldoen. De Commissie herhaalt nu deze formule voor de periode 2030-2032 en zal vervolgens de wetgeving herzien om na te gaan of deze aan haar doelstellingen heeft voldaan.
“De elektrificatie van het wagenpark blijft de belangrijkste motor voor de omschakeling van het Europese wagenpark in de komende tien jaar”, maar “onze industrie staat voor drie grote uitdagingen: een zwakke vraag, een technologische achterstand en soms oneerlijke internationale concurrentie”, vatte Séjourné samen.
De wijziging van de klimaateisen voor fabrikanten omvat verdere maatregelen om de sector nieuw leven in te blazen en vormt een aanvulling op een uitgebreide strategie van de Commissie om het grootste deel van de milieuregelgeving die tijdens de vorige zittingsperiode is aangenomen, te versoepelen en te vereenvoudigen, teneinde het economisch concurrentievermogen van de EU niet te schaden.
Bestelwagens, vrachtwagens en milieuvriendelijke wagenparken
Het voorstel voorziet ook in een herziening van de emissiereductie voor bestelwagens, die tegen 2030 een CO2-reductie van 40 % ten opzichte van 2021 moeten realiseren in plaats van 50 %. Voor vrachtwagens stelt de Commissie extra flexibiliteit voor tot 2030.
Daarnaast bevat het pakket een richtlijn inzake bedrijfswagenparken, die tot doel heeft de vraag naar emissiearme en emissievrije voertuigen te stimuleren door middel van specifieke doelstellingen voor bedrijfswagenparken, die 60 % van de aankopen van nieuwe auto’s in de EU uitmaken.
Het initiatief, dat ook tot doel heeft een tweedehandsmarkt voor elektrische voertuigen te creëren, zal wettelijk bindende doelstellingen voor elke lidstaat invoeren en geldt voor bedrijven met meer dan 250 werknemers en een omzet van 50 miljoen euro.
De Commissie zet zich ook in voor de ontwikkeling van betaalbare kleine elektrische auto’s van Europese makelij en stelt daarvoor een nieuwe regelgevingssubcategorie voor met minder regelgeving en specifieke stimulansen.
Deze nieuwe auto’s, die maximaal 4,2 meter lang zijn en vergelijkbare kenmerken hebben als de Japanse “Kei”-auto’s, zullen speciale parkeervergunningen en vrijstelling van tolheffing genieten en bovendien gedurende tien jaar worden vrijgesteld van nieuwe veiligheids- en duurzaamheidseisen om hun productie goedkoper te maken.
Als de voertuigen in Europa worden geproduceerd, worden hun verkopen bovendien zwaarder gewogen, zodat ze meer meetellen voor de gemiddelde vereiste CO2-reductie van het wagenpark, en de Commissie zal de lidstaten voorstellen om premies voor de aankoop ervan en programma’s voor het uit het verkeer halen van oude voertuigen te ontwikkelen, evenals verlaagde oplaadtarieven.
Brussel stelt ook voor om een lokaal aandeel te eisen in voertuigen die overheidssteun krijgen, met name in bedrijfsvloten en in de waardeketen van batterijen, met als doel de Europese industriële productie te ondersteunen en de afhankelijkheid van derde landen te beperken.
Ten slotte heeft de Europese Commissie een plan van 1,8 miljard euro voorgesteld om de Europese elektrische batterij-industrie te ondersteunen, dat financiering, toegang tot kritieke grondstoffen, eisen inzake het Europese aandeel en versterking van het onderzoek omvat, met als doel de afhankelijkheid van China te verminderen. Bovendien hoopt de Commissie de industrie jaarlijks 700 miljoen euro te laten besparen door de bureaucratie te verminderen.
Bron: agentschappen
